1 Koningen 1:20

SVMaar gij, mijn heer koning, de ogen van het ganse Israel zijn op u, dat gij hun zoudt te kennen geven, wie op den troon van mijn heer den koning na hem zitten zal.
WLCוְאַתָּה֙ אֲדֹנִ֣י הַמֶּ֔לֶךְ עֵינֵ֥י כָל־יִשְׂרָאֵ֖ל עָלֶ֑יךָ לְהַגִּ֣יד לָהֶ֔ם מִ֗י יֵשֵׁ֛ב עַל־כִּסֵּ֥א אֲדֹנִֽי־הַמֶּ֖לֶךְ אַחֲרָֽיו׃
Trans.wə’atâ ’ăḏōnî hammeleḵə ‘ênê ḵāl-yiśərā’ēl ‘āleyḵā ləhagîḏ lâem mî yēšēḇ ‘al-kissē’ ’ăḏōnî-hammeleḵə ’aḥărāyw:

Algemeen

Zie ook: Troon

Aantekeningen

Maar gij, mijn heer koning, de ogen van het ganse Israel zijn op u, dat gij hun zoudt te kennen geven, wie op den troon van mijn heer den koning na hem zitten zal.


Vertaalnotities

Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
    Zie hier over het gebruik van de interlineair.

וְ

-

אַתָּה֙

Maar gij

אֲדֹנִ֣י

mijn heer

הַ

-

מֶּ֔לֶךְ

koning

עֵינֵ֥י

de ogen

כָל־

van het ganse

יִשְׂרָאֵ֖ל

Israël

עָלֶ֑יךָ

zijn op

לְ

-

הַגִּ֣יד

u, dat gij hun zoudt te kennen geven

לָ

-

הֶ֔ם

-

מִ֗י

wie

יֵשֵׁ֛ב

hem zitten zal

עַל־

op

כִּסֵּ֥א

den troon

אֲדֹנִֽי־

van mijn heer

הַ

-

מֶּ֖לֶךְ

den koning

אַחֲרָֽיו

na


Maar gij, mijn heer koning, de ogen van het ganse Israel zijn op u, dat gij hun zoudt te kennen geven, wie op den troon van mijn heer den koning na hem zitten zal.


Koop nu

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!